Ontstaan van de Sovjet-Unie

De Sovjet-Unie was een eenpartijstaat die werd opgericht in 1922. Het betrof een marxistisch-leninistische staat, gelegen in Eurazië. De staat werd van het oprichten tot de ontbinding in 1991 geleid door de Communistische Partij. Technisch gezien was de Sovjet-Unie een eenheid van vijftien subnationale socialistische sovjetrepublieken. Echter, de overheid en economie was in de praktijk sterk gecentraliseerd.

In december 1922 werd de Sovjet-Unie opgericht, na een machtsstrijd tussen Lenins bolsjewistische partij en de anticommunistische Witte beweging, door middel van een fusie van de Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek, de Transkaukasische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek, de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek en de Wit-Russische Socialistische Sovjetrepubliek.

In 1924 stond Jozef Stalin op als leider van de Sovjet-Unie. Hij startte een industrialisatieprogramma op nationaal niveau, terwijl hij een planeconomie ontwikkelde en de oppositie genadeloos onderdrukte.

Na de overwinning op nazi-Duitsland groeide de Sovjet-Unie uit tot een van de grootmachten van de wereld, waarmee het recht tegenover de VS kwam te staan. Dit liep uit op de Koude Oorlog, waarbij de Sovjet-Unie een ideologische en politieke strijd voerde tegen de Verenigde Staten en diens bondgenoten.

Onder leiding van Gorbatsjov viel de Sovjet-Unie uiteindelijk uiteen in december 1991.

Het uiteenvallen van de Sovjet Unie

Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie was een grootse gebeurtenis aan het einde van de 20e eeuw. Het was bovendien een van de belangrijkste gebeurtenissen in de geschiedenis van Rusland, die voorkwam uit een ketting reactie van ontwikkelingen.

In februari 1990 werd het eenpartijstelsel opgeheven en ontstonden er in de Sovjet-Unie 15 nieuwe partijen, die veel winst boekten tijdens hun eerste verkiezingen.

Op 11 maart verklaarde de Litouwse Socialistische Sovjetrepubliek zich als eerste onafhankelijk van de Sovjet-Unie. Door het opleggen van een economische blokkade probeerde het leger van de Sovjet-Unie dit tegen te houden, maar dit was tevergeefs. Als reactie hierop kwam de Estse Socialistische Sovjetrepubliek op 30 maart met een verklaring dat de bezetting van de Sovjets illegaal was en startte bovendien een procedure tot onafhankelijkheid. Vijf dagen laten gebeurde hetzelfde in de Letse Socialistische Sovjetrepubliek.

Inmiddels begonnen nog meer staten zich aan het verzetten tegen de Sovjet-Unie. De ontwikkelingen volgen elkaar snel op, en de positie van de Sovjet-Unie raakte ernstig verzwakt. Uiteindelijk werd de laatste stap tot de ontbinding van de Sovjet-Unie gezet doordat in december 1991 Oekraïne met enorme meerderheid stemde vóór afscheiding van de Sovjet-Unie. Kort daarna ondertekenden de leiders van Rusland, Oekraïne en Belarus het Akkoord van Białowieża, waarmee het einde van de Sovjet-Unie een feit was.